Ik wreef even in mijn ogen. Ik had het goed gelezen. Bert van de Burgt van de lokale CDA-fractie bindt de strijd aan tegen reclame-uitingen van ‘second love’ op ons eiland. Hij treedt hiermee in de voetsporen van de landelijke voorman van de Staatkundig Gereformeerde Partij, Kees van der Staaij, die eerder zijn bezwaren tegen deze, de goede zeden verloederende datingsite, etaleerde. Een website die overspel propageert. Stiekem ben ik wel nieuwsgierig hoeveel Nederlanders zouden kunnen zeggen: “Second love? Why not”.

Zelf ben ik een oerdegelijke en supergelukkige echtgenoot die zijn vrouw op handen draagt. Voor mij geen “second love”, al is mijn echtgnote – het is voor ons beiden ons tweede huwelijk – niet mijn eerste liefde. Zij is wel mijn grote liefde.

Ik snap dus wel dat er vanuit de christelijke partijen zoveel weerstand wordt gevoeld tegen een website als “Second love”. Al komt in hun eigen favoriete verhalenbundel ook best behoorlijk wat hoererij en overspel voor. “De mond van een lichtzinnige vrouw is als een diepe put, wie door de Heer is vervloekt, valt daarin….” (Spreuken 22:14). Over lichtzinnige mannen of mannen die ten onrechte denken dat een vrouw die “Nee” zegt dan “Ja” bedoelt, zullen wij het maar niet hebben. Zij komen in de ‘MeToo-campagne’ al ruimschoots aan hun trekken. Al heb ik over die campagne overigens een beetje gemengde gevoelens.

Ik ben niet kerkelijk opgevoed. Mijn weerstand tegen zo’n datingsite als “Second love” kent dan ook een andere voedingsbodem dan die van Van de Burgt of Van der Staaij. Ik ben van het romantische type dat denkt dat ‘liefde’ een meer waardevol begrip is dan ‘lust’. Bovendien zegt Nietzsche er het volgende over: “Niet het gebrek aan liefde, maar het gebrek aan vriendschap maakt ongelukkige huwelijken”.

De liefde tussen gemeenteraadslid Irene Koene en de lokale afdeling van de ‘Vereniging voor Vrijheid en Democratie’, een volkspartij zou ik het allang niet meer willen noemen, is in ieder geval ernstig bekoeld. Haar ‘second love’ heet de ‘Verenigde Senioren Partij’. De lokale variant op Omroep Max en de opstandige ouderen van ’50+’ zeg maar. Ik voel me daar altijd een beetje ongemakkelijk bij. Bij een partij die zo duidelijk de focus legt op de positie van ouderen in onze samenleving. Soms bekruipt mij het gevoel dat ik wat meewarig aangekeken wordt: “Ach, daar loopt weer zo’n witte man waarvoor Henk Krol te vuur en te zwaar in de Tweede Kamer ten strijde trekt”. Ik zie graag dat jongeren het stokje overnemen. En dat ze dan wel in staat zijn tot een evenwichtiger verdeling tussen mannen en vrouwen te komen en er ook in slagen beter te letten op diverstiteit dan dat er nu in de politiek gebeurt. Sowieso is de samenleving gebaat bij een grote mate van solidariteit tussen de generaties en tussen mensen van verschillende komaf en achtergronden.

Toch zou het maar zo kunnen zijn dat mijn stem in maart 2018 voor eerst in lange tijd naar een politica gaat, die van oorsprong uit een partij komt waar ik werkelijk niets mee heb: de VVD. Die partij noemt zich weliswaar ‘liberaal’, maar is natuurlijk al decennia in alles de Nederlandse evenknie van de Britse conservatieven. De grote boodschap van Halbe Zijlstra is: “Nederland houden zoals het is”. Het liberalisme wordt bij hen waarschijnlijk alleen nog tussen de lakens bedreven.

Ik voel mij een liberaal pur sang. Al geldt voor mij, anders dan voor de schier eindeloze rij graaiers, oplichters en sjoemelaars die de VVD heeft voortgebracht, dat mijn vrijheid wel ophoudt waar de vrijheid van anderen wordt geschaad. Irene Koene kent de stad. Kent de politiek op haar duimpje. Is toegankelijk en komt op mij betrouwbaar en als een echte liberaal over. Over de keuze voor Irene ga ik maar eens een nachtje slapen. Dan hoop ik van harte dat mijn lieve echtgenote het me niet kwalijk neemt, dat ik tussen de lakens toch even aan een andere vrouw denk.